Waar zou het aan kunnen liggen dat er nog geen middelgrote tot grote bedrijven een WHOA procedure hebben doorlopen? Zonder extensief onderzoek, lijken diverse mogelijke oorzaken te leiden tot (nog?) grote rust aan het ‘WHOA-front’.

WHOA MKB1

WHOA

Na een jarenlange voorbereiding met consultatierondes is op 1 januari 2021 de Wet Homologatie Onderhands Akkoord, kortweg WHOA, als uitbreiding van de Nederlandse insolventiewetgeving in werking getreden. Op het laatst werd op het halen van die datum nog enige druk gezet, omdat voorzien werd dat deze wet van groot belang zou zijn voor de toen verwachte grote hoeveelheid bedrijven die vanwege de corona lockdown-maatregelen in gevaar zouden  komen.

De WHOA is bedoeld voor ondernemingen met een te zware schuldenlast die als gevolg daarvan failliet dreigen te gaan, maar waarvan de bedrijfsactiviteiten in de kern levensvatbaar zijn. Door een in de WHOA omschreven procedure kan in deze situaties met een van rechtswege bindend (homologatie) crediteurenakkoord weer toekomstperspectief worden geboden.

Procedures

Gezien de stevige coronamaatregelen met daarmee gepaard gaande economische krimp, negatieve sentimenten en groeiverwachtingen, werd rekening gehouden met een hausse aan WHOA-procedures. Sommige advocatenkantoren richtten daartoe zelfs speciale WHOA-teams op. Bedrijfsadviseurs bereidden zich ook voor door de WHOA wetgeving en alle informatie daarover goed te doorgronden, om de verwachte vragen en ondersteuning van ondernemingen goed te gaan begeleiden.

 

Echter, behoudens een enkele krantenpublicatie over een succesvolle WHOA van een wat kleiner bedrijf dat actief was in het organiseren van festivals en een Haagse betaald-voetbalclub die een WHOA-procedure is gestart, is het tot nu toe (al dan niet relatief) publicitair stil. Daarnaast zijn enkele WHOA-procedures gestart en al dan niet afgerond voor met name kleine bedrijven.

Mogelijke oorzaken

Zonder extensief onderzoek, lijken de volgende mogelijke oorzaken te leiden tot (nog?) grote rust aan het 'WHOA-front':

  • Voor een groot aantal ondernemingen zijn zware liquiditeitsproblemen door de overheidsmaatregelen (tijdelijk) afgewenteld met NOW en andere regelingen en last but not least door uitstel van betalingen aan de Belastingdienst. De betaling van de door corona veroorzaakte belastingschuld mag in termijnen over een lange periode van vijf jaar.

  • In de WHOA is voorzien dat de crediteuren van de onderneming ook een WHOA-procedure kunnen starten. Echter, zij brengen dan hun klant in de problemen met een onzekere uitkomst van een maandenlang durende WHOA-procedure. Dit naast de zekerheid dat men zeer waarschijnlijk een (forse) korting op de bestaande vordering zal moeten slikken en mogelijk ook haar klant zal verliezen. Al met al, niet een optimaal vooruitzicht.

  • Het is nog onbekend hoe de kredietverzekeraars zich opstellen na een WHOA. Eventueel nog aanwezige limieten zullen vervallen. Andersom zijn bedrijven bang dat leveranciers met veel marktmacht (merken, corporates) door een WHOA stoppen met leveren.
  • De aandeelhouder(s) – bij het middenbedrijf vaak de DGA – vecht voor zijn/haar bedrijf en zal een WHOA niet graag zelf initiëren in de wetenschap dat hij/zij een groot deel (of mogelijk alle aandelen) in de onderneming als uitkomst van een WHOA-procedure zal kwijtraken.

  • De banken - die in voorkomende gevallen hun invloed uitoefenen om bij te dragen aan een voor een onderneming toekomstbestendige oplossing en daarvoor vaak ‘fresh money’ beschikbaar stellen - hebben, volgens de aanvullende regels die de Tweede Kamer aan de WHOA bij haar goedkeuring heeft toegevoegd, daar niet zoveel belang meer bij. De zekerheden van de banken worden gewaardeerd tegen (arbitraire) liquidatiewaarde (= opbrengst in faillissement) en de overige vorderingen worden gegroepeerd met andere concurrente crediteuren. Daarnaast staat doorfinancieren na een opgelegde kwijtschelding van een deel van het krediet niet bovenaan de wensenlijst.

  • In de WHOA blijft het rigide Nederlandse arbeidsrecht van toepassing. Veel bedrijven in problemen hebben teveel medewerkers op de loonlijst. De WHOA lost de kosten van reorganisatie niet op.

  • In de Nederlandse insolventiepraktijk wordt reeds lang, veel in overleg tussen de onderneming en belangrijke stakeholders zo goed mogelijk opgelost. Dit vindt vaak plaats in een (te) late fase waarin het niet anders meer kan. Deze pragmatische oplossingsmethode is door de WHOA niet veranderd.
Tom Reijnen Web

Vragen? 

Tom helpt u graag

treijnen@kruger.eu

+31 (0)6 839 754 34