Resultaat bij prijsschommelingen: een ander inzicht

DE WET VAN VRAAG EN AANBOD

De gebeurtenissen in de afgelopen vijf jaar vormen een mooi voorbeeld voor de verwevenheid die bestaat tussen de verschillende economieën in de wereld. Zo belemmerden de maatregelen tegen het COVID-virus het internationale transport en werd als gevolg van de oorlog in Oekraïne de handel in essentiële grondstoffen verstoord. Deze verstoringen aan de aanbodzijde hebben hun invloed op de economische wet van vraag en aanbod gehad; in de vorm van stijgende (kost)prijzen.

Ook in Nederland, een handelsland bij uitstek, stegen de inkoopprijzen. Veel ondernemers stonden voor de keuze deze prijzen te absorberen of door te belasten, met het risico dat een hogere prijs zou leiden tot minder vraag. Maar in de oorzaak van deze prijsstijgingen, de onbalans tussen vraag en aanbod, liggen ook kansen. Het zijn deze oneffenheden in de markt waar bijvoorbeeld ondernemers in de (tussen)handel van kunnen profiteren.

Een vertekend beeld


Bij de beoordeling van de prestaties van een bedrijf wordt vaak gekeken naar de brutowinst als percentage van de omzet; de brutowinstmarge.

In de praktijk is er door prijsstijgingen vrijwel altijd een effect op de brutowinst en marge. Een voorbeeld zijn de resultaten van een handelsonderneming, waar de verkoopprijs van de producten in 2023 tussen de 75% en 125% hoger lagen dan in 2021. Door deze stijgingen in verkoopprijs werd een fors hogere omzet gerapporteerd. De inkoopwaarde van de omzet steeg ook mee en de brutowinst werd absoluut op peil gehouden. Het handelsvolume nam daarentegen iets af. De tabel schetst deze situatie.

Arend Resultaat Bij Prijsschommelingen Een Ander Inzicht


Wanneer deze situatie vanuit een minder brede blik wordt bekeken, toont zich een (sterk) teruglopende procentuele brutomarge en een dalend handelsvolume in aantallen. Dit lijkt zo op het eerste gezicht problematisch. Vaak vormen deze gegevens een aanleiding om het perspectief van de onderneming in kaart te brengen, zeker wanneer de dalende trend in brutomarge en volume zich doorzet. Echter is dit beeld deels vertekend.

Absolute marge per product


Door de in deze situatie lage marge (3,6% - 2,4%) is een groot volume nodig voor de dekkingsbijdrage vaste lasten. Derhalve zijn het handelsvolume en de brutowinst per product belangrijk. Hier neemt het handelsvolume echter af, terwijl de brutowinst nagenoeg gelijk blijft.

Kijkend naar de absolute brutowinst per product valt een stijging op; per verkochte eenheid is meer winst gerealiseerd. Zie tabel.

Arend Resultaat Bij Prijsschommelingen Een Ander Inzicht 2


Concluderend is er sprake van een dalende procentuele marge; hogere inkoopprijzen konden in deze situatie niet 1:1 worden doorbelast. Ook ging de stijging in verkoopprijs gepaard met een daling in handelsvolume. Toch is de handelsonderneming in staat gebleken de absolute brutowinst per eenheid te verhogen, waardoor de totale brutowinst nagenoeg gelijk bleef. De handelsonderneming beschikt over de capaciteit om met de prijsschommelingen om te gaan.

Een ander perspectief

Bovenstaand voorbeeld van een andere invalshoek op de resultaten van de onderneming lijkt op zichzelf simpel en evident. Toch gebeurt het dat er aan deze zienswijze voorbij wordt gegaan, wat een beeld van de prestaties van de onderneming kan vertekenen.

Vaak is de toepassing van een andere invalshoek datgene dat de onderneming nodig heeft. Kruger heeft veel kennis en ervaring binnen verschillende branches en soorten ondernemingen, waardoor andere inzichten kunnen worden geboden. Andere voorbeelden van zulke inzichten zijn de toepassing van de dekkingsbijdrage en goederen- én geldstromen.



Beide onderwerpen zijn recentelijk door collega's beschreven

Heeft u zelf een vraagstuk waarbij u extra ondersteuning of ander inzicht kunt gebruiken? Neem contact op met een van onze specialisten.

Arend Zwarts    azwarts@kruger.eu    +31 (0)6 831 021 79