Situatie
Het negatieve bedrijfseconomische effect van de coronacrisis is zoveel mogelijk gecompenseerd door overheidsmaatregelen (verstrekte NOW, TVL, TOZO en overige regelingen) en uitstel van betaling van belastingen. Door het generieke karakter van de maatregelen komt het voor dat individuele bedrijven daar onvoldoende profijt van hebben of juist te genereus behandeld zijn.
Hierdoor ontstaan grofweg een aantal categorieën:
- Bedrijven die ook zonder of voor corona zware (continuïteits-)problemen hadden (gekregen), normaal failliet zouden gaan of gegaan zouden zijn, maar:
- nu (nog) overleven door (onterecht) gebruik van uitstel belastingbetaling en in de komende tijd alsnog zullen failleren;
- zich dankzij de extra liquiditeit in de coronaperiode hebben hersteld of zijn overgenomen.
- Bedrijven die (zwaar) zijn getroffen tijdens corona maar de toekomst, mede door de maatregelen en eigen acties en tegemoetkomingen van derden, positief tegemoet kunnen zien:
- en tijdig de uitgestelde belastingen en terug te betalen NOW e.d. kunnen voldoen;
- en desondanks niet in staat zullen zijn (tijdig) de uitgestelde belastingen en terug te betalen NOW e.d. te voldoen.
- Bedrijven die niet zwaar zijn getroffen maar toch gebruik hebben gemaakt van uitstel van belasting:
- en de uitgestelde bedragen direct of tijdig binnen de regeling zullen kunnen voldoen;
- en deze middelen hebben aangewend om andere schulden te voldoen of om investeringen te doen, waardoor het tijdig aan de regeling voldoen in het gedrang kan komen.
- Bedrijven die geen gebruik hebben hoeven maken van de steunmaatregelen of hun daaruit voortkomende schulden inmiddels hebben voldaan.
Het is duidelijk in welke categorieën een inhaaleffect zich zal aandienen in het aantal faillissementen. Het aantal en het tempo waarin dat zal gebeuren is ook afhankelijk hoe de belastingdienst en UWV omgaan met:
- eventueel onterecht gebruik van coronagebonden belastinguitstel;
- het niet of niet tijdig kunnen voldoen aan de - overigens ruime - betalingsregeling voor belasting en terug te betalen NOW e.d.
Wordt het voordeel van de twijfel toegepast en ontstaan er dus (maatwerk-)regelingen op regelingen of worden zelfs schulden (deels) kwijtgescholden of wordt een streep getrokken: tot hier en niet verder?
Aantal faillissementen in perspectief
Het aantal faillissementen is dankzij de overheidsmaatregelen en sterk ondernemerschap, tegen alle eerdere verwachtingen in, tijdens corona extreem laag uitgevallen. (De genoemde aantallen hebben als bron CBS en zijn exclusief natuurlijke personen met een eenmanszaak.)
In de jaren 2017, 2018 en 2019 gingen jaarlijks circa 3.200 bedrijven en instellingen failliet; in de laatste 12 maanden zijn dat er slechts ruim 1.500 en in oktober jl. maar iets meer dan 100.
In onderstaande grafiek is de vergelijking gemaakt tussen de coronaperiode vanaf januari 2020 t/m oktober 2021 en:
- de kredietcrisisperiode vanaf juli 2008;
- 2x het jaar 2019;
- 2019 en 2020.
Tijdens de kredietcrisis werden bedrijven niet zo ondersteund als nu. Een zeer groot aantal faillissementen was het gevolg.
In onderstaande tabel is het aantal faillissementen samengevat in de inmiddels verstreken 19 maanden na de eerste confrontatie met corona. April 2020 t/m oktober 2021; minder faillissementen bedrijven en instellingen in Nederland dan in vergelijkbare periode.
Ten opzichte van de kredietcrisis maar liefst -70% minder; ten opzichte van 2019 -39%; en de maand oktober 2021 ten opzichte van de maand oktober 2019 -64%!
Het behoeft geen betoog dat dit niet zo kan en zal blijven, ook omdat bedrijven inmiddels hun lopende belastingverplichtingen weer moeten voldoen, te veel ontvangen NOW e.d. moeten worden terugbetaald en vanaf oktober 2022 moet worden aangevangen met de uitgestelde betalingen. Daarnaast zullen de bancaire en andere financiers bij hun beoordeling over de mate van financierbaarheid van hun klanten rekening (moeten) gaan houden met de aanmerkelijke schulden aan deze grote nieuwe 'financiers' en de bij deze klanten (soms sterk) aangetaste vermogensposities.
Te verwachten aantal
Atradius heeft in een recent rapport een toename van faillissementen voorspeld van 44%. Coface meldde 'hidden insolvencies' van 45% voor diverse West-Europese landen.
Er kan een opeenstapeling van een aantal effecten worden voorspeld die globaal kan worden benaderd:
Circa 1.200 p/jr. extra => nu circa 2.000 p/jr. dus terug naar 'normaal' niveau van ca. 3.200 p/jr.
Circa 2.000 = inhaaleffect coronaperiode. In 19 maanden circa 2.000 p/jr. minder dan (teruggerekend naar 12 maanden) in 2017-2019.
Circa 1.000 = bijkomend inhaaleffect. Betreft minder faillissementen tijdens overgangsperiode van uitloop maatregelen tot ontstaan van niet (meer) kunnen voldoen aan de verplichtingen. Gesteld op nog zo’n 8 maanden vanaf november 2021 tot eerste inhaaleffect duidelijk wordt. Alsdan extra in te halen nog circa 1.000 (of zelfs meer want de laatste maanden is het aantal extreem laag). De aanname voor deze 8 maanden komt voort uit de jaarlijkse cyclus van: vakantiegeld in mei, in juni de loonheffing daarover, in juli/augustus 3-4 weken minder omzet en vervolgens in september/oktober liquiditeitstekorten. Een deel zal bij de vakantiegelden de eerste grote problemen hebben, een deel in het najaar en het grootste deel kan worden verwacht vanaf 2023.
Circa -/-1.000 (grove schatting) = bedrijven die ook zonder corona failliet zouden gaan of gegaan zouden zijn, maar door de coronasteunmaatregelen (hebben) kunnen herstellen en dus niet failleren en bedrijven die met onderhandse akkoorden of door gebruikmaking van de nog jonge WHOA een schuldsanering realiseren en zo een faillissement weten te voorkomen.
Wanneer de voorgaande aannames juist blijken en wordt aangenomen dat het in te halen aantal in ongeveer 3 jaar vanaf medio 2022 zal failleren, zal globaal:
gedurende 2022 het aantal faillissementen teruggaan naar een 'normaal' niveau van in eerste instantie circa 2.500 à 3.000, vermeerderd met inhaal uit de coronaperiode van circa 500–1.000, totaal 3.000 à 4.000.
in 2023, 2024 en 2025 het aantal weer op 'normaal' niveau komen van circa 3.200, echter plus inhaal uit de coronaperiode van circa 500-1.000, totaal 3.700 à 4.200.
NB: Faillissementen van natuurlijke personen met een eenmanszaak zijn niet meegenomen in de hiervoor genoemde aantallen faillissementen.
Per 3 september 2021 stond een bedrag aan uitgestelde belasting uit van circa € 18,3 mld. bij 202.495 bedrijven, inclusief eenmanszaken. Hiervan zijn 600 bedrijven met meer dan 250 werknemers, 2.700 met 50-249 werknemers, 5.112 met 10-49 werknemers, 52.320 met 2– 9 werknemers en 131.545 met 1 werknemer.
Tot slot
Het spreekt voor zich, dat voorgaande aannames zijn gedaan op basis van een zich gezond ontwikkelende economie en onder voorbehoud van effecten van wijzigende (geo-)politieke omstandigheden, verdere/doorgaande problemen met verkrijgbaarheid grondstoffen en producten, voortdurende en stijgende inflatie, te verwachten dalend consumentenvertrouwen of niet ondenkbare beurs- en/of bitcoinkrach, waardoor een volgende economische crisis kan worden veroorzaakt. Ook corona kan ineens weer fors roet in het 'economisch' eten gooien.
Bij zo'n opvolgende crisis, die mogelijk te vergelijken kan zijn met de kredietcrisis vanaf eind 2008, zijn in de voorgaande 19 maanden circa 7.000 faillissementen minder geweest dan toen in de vergelijkbare periode. Laten we er maar niet aan denken dat we nog eens naar dat niveau teruggaan.
De indrukwekkende, noodgedwongen generieke, steun gedurende de coronaperiode heeft goed gewerkt, werkgelegenheid is behouden en veel faillissementen zijn voorkomen of voorlopig uitgesteld. Het is nu tijd voor een volgende, hopelijk korte fase met beperkt maatwerk voor levensvatbare bedrijven die nog echt slachtoffer zijn.
Naast de nu aangekondigde nieuwe TVL-hulp kan nog gedacht worden aan extra uitstel van betaling van loonheffing over het vakantiegeld 2022 en de btw over de maanden juli en augustus 2022 om de pieken in werkkapitaalbehoefte gedurende het jaar af te vlakken.
Mislukte ondernemersinitiatieven en faillissementen horen bij een normale gezonde economie. Een economie die te lang wordt gestut door overheidsregelingen en langdurig zeer lage rente, wordt passief, bevordert geen innovatie en productiviteitsverbetering en daarmee een langzame maar zekere verslechtering van de concurrentiepositie.