Signalen Q1
uit het middelgrote bedrijfsleven
Ons relatiebestand bestaat uit een groot aantal middelgrote ondernemingen (5 – 500 mln. omzet), actief in allerlei sectoren. Gegeven de op meerdere fronten bijzondere jaren 2020 – 2022, interessant om eens te kijken wat daar tot nu dit jaar is gebeurd.
Het is lastig om een algemeen patroon te ontdekken. We zien bij onze relaties zowel (heel) positieve als (heel) negatieve ontwikkelingen. Maar ook best verrassende.
Positieve ontwikkelingen
Veel bedrijven zijn goed tot zeer goed de voorbije jaren doorgekomen en ook dit jaar weer prima gestart. Hogere prijzen en lonen zijn doorberekend en klanten hebben het geaccepteerd. Extra inkopen in verband met tijdelijke slechte leverbetrouwbaarheid van leveranciers hebben vorig jaar geleid tot vaak fors toegenomen voorraden. In de voorbije maanden is een aanvang gemaakt met de afbouw daarvan. Weer vrijwel genormaliseerde containervervoer prijzen leiden (nog) nauwelijks tot dalende verkoopprijzen dus tot goede marges. Hick-ups in de supply chain nemen af. Orderportefeuilles zijn bij deze bedrijven goed gevuld.
Koop- en verkooptransacties van bedrijven gaan min of meer gewoon door. Door gestegen rente en toenemende voorzichtigheid op dit vlak, staan de transactieprijzen echter wel onder druk met zo’n 10 -15% ten opzichte van 2022. We zien doorgaande buy and built transacties door private equity partijen waarvan er inmiddels meer dan 350 zijn in Nederland (van zeer klein tot zeer groot).
Management wordt niet meer geleefd door de omstandigheden en komt weer toe aan inhoudelijke aansturing, optimalisering van de organisatie, planvorming, (voorzichtige) investeringen en creatie van groei.
Bij de bijzonder beheer afdelingen van de banken is nog geen sprake van de verwachte tsunami van probleemsituaties. We begrijpen dat het aantal ongeveer stabiel is gebleven op een nog steeds relatief laag niveau. Wel wordt de gemiddelde omvang van de betreffende bedrijven gemiddeld iets groter.
Echter, het aantal faillissementen in januari t/m april is dit jaar toegenomen. Ten opzichte van het economisch goede jaar 2019 nog circa -24%, maar ten opzichte van het zeer lage aantal van vorig jaar nu circa +60%. Het blijft echter nog een zeer laag aantal.
Ter vergelijking met januari t/m april in de financiële crisisjaren 2009 t/m 2013, zie onderstaande grafiek.
Negatieve ontwikkelingen
Met een deel van de bedrijven is het minder goed tot slecht gegaan. Hun uitgangspositie is sterk aangetast, niet alleen financieel maar ook te vaak op menselijk vlak. Organisaties zijn aangetast qua bezetting en het voldoen aan belangrijke procedures, zijn op een (te) laag kosten- en investeringsniveau beland en leven van week tot week.
Hoog ziekteverzuim, moegestreden (middle-)management en sterk verminderde productiviteit op de werkvloer zijn geen fijne signalen. Deze effecten worden nog versterkt door de, naar het lijkt, nog toenemende schaarste aan gemotiveerde vakkundige collega's en door wet- en regelgeving groeiende afname van de productiviteit. 'De ene helft van Nederland moet de andere helft controleren'. Zelfs de zeer optimistische ondernemers raken hun motivatie zo weleens kwijt.
Op financieel gebied hebben deze bedrijven met grote uitdagingen te kampen, zoals terugbetaling teveel ontvangen NOW, betaling achterstallige coronabelastingen, crediteuren die nu eindelijk weleens geld willen zien. Ook bancaire financiering wordt dan uiteraard steeds moeilijker. De WHOA is, in een beperkt aantal situaties, een goede oplossingsroute voor noodzakelijke schuldsanering.
Gelukkig zijn de ontvangers bij de belastingdienst van goede wil om, binnen de geldende wet- en regelgeving, zoveel mogelijk mee te werken aan continuïteit bijdragende oplossingen. Het is echter geen nieuws dat een zeer groot aantal, voornamelijk kleine bedrijven achter is met aflossingen op de achterstallige belastingschuld of zelfs nog geen enkele aflossing daarop heeft gedaan. Hoe de politiek en de belastingdienst hiermee om zullen gaan is nog onbekend. Het behoeft geen betoog dat een algemene strenge incassoprocedure alsnog tot een tsunami aan faillissementen zal leiden.
In de maanden april en mei zijn duidelijke signalen waarneembaar van de (te verwachten) verminderende consumentenbestedingen. Dit betreft dan met name nog de wat grotere uitgaven aan producten als tuin- en woninginrichting, bruingoed e.d. Vakanties en events gaan momenteel voor. Een deel van de non-food retail en e-commerce zien nu vaak double digit omzetdalingen ten opzichte van vorig jaar. Ook in de transportsector worden nu volumedalingen gezien en komt de toelevering aan bouw en infrastructuur onder druk.
Ook in de negatieve situaties is er veelal best licht aan de horizon. Dan moet wel adequaat en op basis van objectieve analyses, planvorming en goed stakeholdermanagement geacteerd worden.
Verrassende ontwikkelingen
Het is duidelijk dat de genoemde positieve en negatieve situaties zich aan de uitersten van de bandbreedte bevinden.
Het is verrassend dat, ondanks de bijzondere jaren 2020 – 2022 heel veel middelgrote ondernemingen gewoon door zijn gegaan met hun activiteiten. Vaak met tijdelijk aangetaste resultaten maar ook vaak met betere resultaten dan voorheen. De veerkracht van het middelgrote bedrijfsleven, goed voor circa 2/3 van de werkgelegenheid in Nederland, is daarmee opnieuw bewezen.
Verrassend is ook, dat directies en management de toekomst weer met meer vertrouwen beschouwen dan in 2022, ondanks de externe omstandigheden, toenemende wet- en regelgeving en belastingdruk en (gebrek aan) politieke besluitvorming.